Skip to the content

Kansen in het wereldwijde obligatie­ landschap

Kansen in het wereldwijde obligatie­ landschap
Kansen in het wereldwijde obligatie­ landschap

Na sterke prestaties eind 2023 stonden staatsobligaties voor uitdagingen in het eerste kwartaal van 2024, terwijl bedrijfsobligaties daarentegen wel positieve rendementen wisten te behalen.

Sterke start voor obligaties uit opkomende markten, vooral in Latijns-Amerika. Indiase roepie blijft aantrekkelijk door politieke stabiliteit en opname in toonaangevende obligatie-indices.

Nu de Japanse centrale bank begonnen is met het verhogen van de rente, en dit in combinatie met de (spot)goedkope waardering van de Japanse yen, zou deze munt wel eens de verrassing van 2024 kunnen vormen.

Staatsobligaties hebben het moeilijk in 2024

Na de sterke prestaties in november en december 2023 kunnen obligaties de positieve trend in het eerste kwartaal niet voortzetten. De algemene obligatie- indices (uitgedrukt in euro) laten een beperkt negatief rendement zien. De situatie voor bedrijfs- en staatsobligaties verschilt echter. Stijgende marktrentevoeten leiden tot negatieve rendementen voor staatsobligaties, waarbij langere looptijden ge- associeerd worden met hogere verliezen. Bij bedrijfsobligaties wordt dit negatieve effect echter meer dan gecompenseerd door de inkrimping van kredietmarges (spreads), wat resulteert in positieve rendementen voor bedrijfsobligaties dit jaar.

Bedrijfsobligaties, met name die met een hoger risico, vertonen gemiddeld positieve rendementen
Het jaar 2024 begon niet alleen voorspoedig voor aandelen, maar ook risicovollere obligaties profiteerden van een opwaartse trend. Dit is voornamelijk waarneembaar door de afname van risicovergoedingen (spreads) voor risicovol(ler) papier. Deze zijn nu teruggevallen naar lager dan gemiddelde niveaus. Hierdoor lijkt de periode van bijzonder aantrekkelijke spreads voorlopig ten einde. Dit is op zichzelf geen reden tot zorg, zolang de economische omstandigheden stabiel blijven en faillissementen zeer beperkt blijven. In een dergelijke context blijft het zinvol om de kaart van bedrijfsobligaties te trekken. Echter, met de huidige versmalde spreads zien we minder nut in het aanzienlijk verhogen van de risico’s binnen de obligatieportefeuilles.

Ook obligaties uit groeilanden zetten de positieve trend van 2023 voort in 2024

Obligaties uit opkomende markten hebben na een sterk 2023 ook een goede start gemaakt in 2024. Zoals in vorige edities vermeld, zien we vooral in Latijns-Amerika bovengemiddelde rendementen, met landen als Mexico en Uruguay die opvallen als de best presterende landen. Onze beleggingen in obligaties uit opkomende Aziatische landen zijn aanzienlijk minder, voornamelijk vanwege de lagere aanvangsrentes. Een opvallende uitzondering is India, waar we onze positie vorig jaar hebben vergroot, wat een goede keuze bleek aangezien investeringen in de Indiase roepie sterk zijn gestart. India biedt met circa 7% een aanzienlijke hogere lokale rente, dit in tegenstelling tot China met 2%, Thailand met 2,5%, Maleisië en Singapore elk met 3,5%, en de Filipijnen en Indonesië met respectievelijk 6% en 6,5%. Dit terwijl India de snelst groeiende economie in de regio heeft en de inflatie afneemt. Daarnaast zal de centrale bank de rente niet overhaast verlagen. De komende verkiezingen hebben niet geleid tot verhoogde populistische uitgaven. De verwachting is dat onder leiding van Narendra Modi - die sinds mei 2014 de premier van India is - de Indiase Volkspartij (BJP) aan de macht blijft na ‘s werelds grootste verkiezingen en haar hervormingsagenda voortzet. Tevens zullen vanaf de zomer Indiase staatsobligaties worden opgenomen in de voornaamste obligatie- indices voor opkomende markten van JPMorgan met gewichten tot wel 10%, wat kan leiden tot een instroom van meer dan 20 miljard dollar aangezien vele passieve obligatiefondsen deze indices volgen. Zoals u weet zijn we bij Econopolis echter actieve beleggers en beleggen we dus al jaren succesvol in obligaties uitgegeven in de Indiase roepie.

Japan, de vreemde eend in het obligatielandschap

Het lijkt misschien al een eeuwigheid geleden, maar de periode van negatieve rentetarieven ligt nog niet zo ver achter ons. Eind 2020 bereikte het totale bedrag aan obligaties met negatieve rentetarieven een astronomisch record van $18 biljoen. Tegen begin 2022 waren negatieve rentetarieven in de Verenigde Staten en Europa (bijna overal) verdwenen, waarbij Japan de enige plaats werd met negatieve rentetarieven. Dit begon echter ook te veranderen in het najaar van 2023, toen de Japanse centrale bank zowel het doel voor het 10-jarige rentetarief verhoogde (weg van de 0%) als begon te hinten op verhogingen van het korte termijn rentetarief. Dit laatste werd op 19 maart ook daadwerkelijk doorgevoerd, wat de eerste renteverhoging in Japan in 17 jaar markeerde. Deze renteverhoging luidde ook het einde in van het tijdperk van negatieve rentetarieven. In tegenstel- ling tot wat misschien lijkt uit onderstaande grafiek, zijn obligaties met negatieve rentetarieven momenteel nog niet volledig verdwenen. Er zijn er nog wel, maar het zijn voornamelijk speciale gevallen zoals inflatie-geïndexeerde obligaties (waarbij de inflatie nog moet worden toegevoegd aan de rente) en converteerbare obligaties. Kortlopende Japanse staatsobligaties hadden tot 19 maart nog negatieve rentetarieven, maar deze zijn na de renteverhoging van de centrale bank vrijwel volledig verdwenen. 2024 zal de geschiedenisboeken ingaan als het jaar waarin we definitief (?) afscheid namen van de wereld van negatieve rentetarieven. Een normale wereld dus, want geld krijgen om geld te lenen blijft moeilijk te begrijpen.

Voor obligatiebeleggers blijft Japan niet de plek waar rente te vinden is. Het renteverschil met euro- en USD-obligaties is de afgelopen twee jaar aanzienlijk gegroeid. De enige reden om te investeren in Japanse obligaties is de blootstelling aan de Japanse yen (JPY). Echter, als blootstelling aan JPY gewenst is, lijkt het nog steeds weinig zinvol om dit via obligaties te doen. Het lopende rendement is bijna verwaarloosbaar en er bestaat een aanzienlijk risico op koersverliezen door stijgende Japanse rentetarieven. Cash (of aandelen) lijken een logischere keuze.

De afgelopen jaren was Japan een baken van stabiliteit in de lokale valuta

Voor lokale obligatiebeleggers was Japan de voorbije jaren wel een baken van stabiliteit. Er was enerzijds slechts een beperkte daling in de periode 2021-2022 en anderzijds was er nauwelijks participatie in de obligatierally van 2023. Dit was te danken aan een stabiel beleid van de centrale bank, dat niet alleen de kortetermijnrente laag hield, maar ook de langetermijnrente relatief stabiel hield.

Voor euro (of USD) beleggers was het een ander verhaal. Voor hen waren Japanse obligaties, ondanks het feit dat ze vrijwel immuun waren voor stijgende rentetarieven, een slechte belegging. De dalende yen deed het rendement immers volledig teniet. Zo was het rendement op een langlopende Duitse obligatie en een langlopende Japanse obligatie voor eurobeleggers vrijwel hetzelfde over de afgelopen drie jaar (-26% à -27%). Met uitzondering van de langlopende Amerikaanse staatsobligaties, die dankzij een versterkende USD duidelijk minder slecht presteerden, lagen de rendementen van langlopende Duitse, Spaanse, Japanse, Britse en Australische staatsobligaties opvallend dicht bij elkaar.

Japanse yen

Over de afgelopen drie jaar verloor de Japanse yen ongeveer 20% ten opzichte van de euro en zelfs bijna 30% ten opzichte van de Amerikaanse dollar, voornamelijk als gevolg van een verschillend monetair beleid. Terwijl centrale banken elders in de wereld de kortetermijnrentes fors verhoogden, hield Japan lange tijd vast aan zijn beleid van negatieve kortetermijnrentes. Voor 2024 zou dit scenario echter volledig kunnen veranderen, met centrale banken in het Westen die hun rentetarieven (langzaam) verlagen, terwijl de Japanse centrale bank begint met het verhogen van de rente. Gecombineerd met de (spot)goedkope waardering van de Japanse yen, zou de yen wel eens de verrassing van 2024 kunnen zijn. Aandelenbeleggers hebben de weg naar Japan al gevonden; nu is het wachten op de rest.

Maxim Gilis

Maxim Gilis

Maxim Gilis behaalde in 2015 een Master Toegepaste Economische Wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen. Zijn master thesis handelde over aandelendiversificatie in groeilanden. Vervolgens behaalde hij een aanvullende Master of Finance aan de Antwerp Management School, waar hij onderzoek deed naar duurzaam investeren voor een Europese asset manager. In de zomer van 2016 vervoegde Maxim het team van Econopolis als Fund Management Analyst.