Skip to the content

Van waarschuwing naar actie: het nieuwe klimaatrapport en de weg naar een duurzame toekomst

Het VN-klimaatpanel IPCC publiceerde recent haar zesde syntheserapport. De conclusies zijn ontluisterend: met de mens als verantwoordelijke voltrok de klimaatopwarming zich nog nooit zo snel en op basis van onze huidige inspanningen is de planeet aan het einde van de eeuw 3,2°C warmer! Een zeer neerslachtige ondertoon, wat niet gek is gezien de enorme urgentie. Maar is het echt allemaal kommer en kwel? Of kunnen we het tij nog keren? Wij geloven alvast dat laatste.

 

Het IPCC-rapport is een rapport over de belangrijkste wetenschappelijke inzichten met betrekking tot klimaatverandering. Het opzet is drieledig: het kwantificeren van de huidige status van het klimaat, uitmaken wat er moet worden gedaan om de opwarming tot 1,5°C te beperken en identificeren welke richting wordt uitgegaan indien de in Parijs beloofde inspanningen worden geïmplementeerd. Het syntheserapport dat we vandaag kunnen lezen wordt bijkomend aangevuld met een beleidsverklaring opgesteld door VN-vertegenwoordigers, met als doel overheden aan te sporen om concrete en uitvoerbare klimaatplannen op te zetten. Het belang van deze krachtinspanning valt niet te onderschatten: een dergelijk rapport wordt allicht dit decennium niet meer gepubliceerd, waardoor we de aanbevelingen tegen 2030 als een laatste waarschuwing moeten zien om de CO2-uitstoot drastisch te doen dalen.

 

Wat vertelt de synthese ons?

De conclusies van het rapport zijn ontnuchterend:

  • Het klimaat veranderde nog nooit zo snel. De gemiddelde temperatuur op het aardoppervlak is sinds de start van de industriële revolutie al met 1,1°C gestegen.
  • Op basis van de huidige inspanningen liggen we op koers om tegen het einde van de eeuw een opwarming van 3,2°C te bereiken. Dit staat in schril contrast met het Parijsakkoord: daar werd beloofd om de opwarming te beperken tot 1,5°C.
  • De mens ligt duidelijk aan de basis van het opwarmend klimaat. Natuurlijke factoren, zoals vulkanen of de stand van de zon, hebben nauwelijks iets aan de klimaatopwarming bijgedragen.
  • Deze temperatuurstijging heeft nu al geleid tot een toename in schade als gevolg van stormen, overstromingen en droogte, migratiestromen als gevolg van extreme weersomstandigheden en tot slot meer en intensere bosbranden.
  • Het onderzoek toont toch aan dat een snelle afbouw van de CO2-uitstoot op lange termijn goedkoper uitkomt dan een gestage daling, doordat de schade door klimaatverandering disproportioneel toeneemt. Een overshoot van de grens van 1,5°C, waarbij we over deze limiet gaan om er nadien terug onder duiken, dient vermeden te worden, aangezien ze tot onherroepelijke schade kan leiden.
  • Het overschrijden van de grens mag hoe dan ook niet tot cynisme en het uitstellen van de klimaatambities leiden. Elke tiende van een graad telt.

 

Het rapport schetst op die manier een weinig rooskleurig beeld van de klimaatproblematiek. Toch vinden we er ook hoopvolle elementen in terug. Het doel dat in 2015 werd vastgesteld – een beperking tot 1,5°C – is volgens het IPCC nog steeds mogelijk, maar vereist inspanningen die de uitstoot binnen zeven jaar halveren.

 

Investeren we voldoende?

De technologie om de uitstoot te reduceren is aanwezig en voldoende matuur, maar het IPCC stelt dat we er drie tot zes keer meer in moeten investeren dan we in het verleden deden. Het IPCC legt ook enkele zwaktes bloot op vlak van de huidige klimaatinvesteringen:

  • Er gaat meer kapitaal naar projecten die zich toespitsen op mitigatie (het doen dalen van de broeikasgasuitstoot) dan op adaptatie (het aanpassen aan de klimaatverandering, zoals het ophogen van zeedijken).
  • Het zijn voornamelijk de ontwikkelde landen die investeren, terwijl er in ontwikkelingslanden ook goedkoop in klimaattechnologie kan worden geïnvesteerd.
  • Het merendeel van de investeringen is afkomstig uit de publieke sector.

Publieke investeringen, zoals energie-infrastructuur, zullen nodig blijven in de toekomst. Het is echter belangrijk dat ook de private investeringen volgen in de komende jaren. Om dit te stimuleren, moet het beleid verder durven kijken dan enkel het verschaffen van publieke middelen. Volgende factoren zullen volgens ons minstens even belangrijk zijn, en mogen absoluut niet uit het oog verloren worden:

  • Het voeren van een stabiel beleid met voldoende investerings- en rechtszekerheid
  • Het garanderen van een betrouwbare, betaalbare en gediversifieerde energiebevoorrading. Dat betekent: op een doordachte manier inzetten op nucleaire en hernieuwbare energie en de import van groene moleculen
  • Het verzekeren van de grondstoffenbevoorrading: Europa moet ervoor zorgen dat we niet té afhankelijk worden van andere landen voor lithium, kobalt, etc. Dit kan ze doen door strategische participaties in mijnen wereldwijd te nemen, eigen mijnen te ontwikkelen of diepzeemijnbouw en circulaire capaciteit uit te bouwen.
  • Het klaarstomen van de arbeidsmarkt voor de transitie
  • Het uittekenen van een regelgevend kader, dat voorziet in de juiste incentives
  • Het stroomlijnen van vergunningsprocedures

In ons land zal de ETS-prijs voor CO2 de komende jaren een belangrijke drijvende kracht zijn voor private investeringen. Waar dat de prijs 5 jaar geleden nog 10 euro per ton bedroeg, is ze vandaag vertienvoudigd tot 100 euro per ton!

Dit verandert de business cases voor heel wat bedrijven in ons land, en maakt een waaier aan klimaatvriendelijke technologieën competitief. De prijs die nu al geruime tijd boven 80 euro per ton staat zal ervoor zorgen dat we de komende tien jaar waterstof- en CO2-netwerken zullen bouwen, allerlei cleantech-oplossingen zullen uitrollen en de eerste grootschalige experimenten zullen uitvoeren waarbij industriële CO2 zal hergebruikt worden (voor bijvoorbeeld het maken van proteïnen).

 

 

Van bewustmaking naar oplossingen

 Als tegen 2030 de globale uitstoot met de helft moet dalen, zal op veel vlakken een inspanning geleverd moeten worden. Het boek ‘Klimaatschok’, dat onlangs werd uitgebracht door het team van Econopolis Strategy, kan een leidraad bieden bij het maken van klimaatkeuzes. In de Klimaatschok worden twintig concrete oplossingen doorgerekend die de Belgische CO2-uitstoot tegen 2030 significant kunnen verlagen. De oplossingen zijn op mensenmaat uitgeschreven en tonen aan dat investeren in klimaatvriendelijke technologieën allerminst welvaartscreatie in de weg hoeft te staan.

Klimaat staat vandaag te negatief in het daglicht, mede door de mistroostige toon die wordt aangeslagen in rapporten als die van het IPCC. Niet onlogisch, gegeven de urgentie van het probleem. Het gevolg is echter dat er een sfeer van doemdenkerij wordt gecreëerd, waardoor mensen radeloos worden en afhaken. En dat is een enorme handicap: om een transitie op deze schaal succesvol én snel af te ronden, is het hebben van een  breed draagvlak een noodzakelijke voorwaarde. Bewustmaking speelde een belangrijke rol gehad in het verleden, maar de feiten zijn nu gekend. Nu ligt de bal in het kamp van de oplossers.

Om iedereen mee te krijgen in dit verhaal, moeten we een toekomstbeeld schetsen dat haalbaar is, en mensen motiveert om dit in realiteit om te zetten. Geen verhaal dus van massale ontgroei (of degrowth), maar een verhaal waarin we een sprong vooruit zetten op vlak van welvaart en welzijn. Bedrijven kunnen heel wat activiteiten aantrekken, steden gaan vergroenen en onze wijken zullen veel aangenamer wonen worden. Regrowth in plaats van degrowth!

Kristof Eggermont

Kristof Eggermont

Kristof Eggermont studeerde in juni 2018 af aan de Universiteit Antwerpen als Master in Handelsingenieur. Vervolgens vervoegde hij in september 2018 het consultancy-team bij Econopolis, waar hij zich toelegt op projecten met een focus op klimaat en energie. In de afgelopen jaren bestudeerde Kristof o.a. de haalbaarheid van energie-eilanden voor de Belgische kust en was hij betrokken bij de opmaak van het klimaatplan van Gent. In december 2022 verscheen zijn boek “De Klimaatschok - 20 oplossingen voor burgers, bedrijven en overheid “, geschreven met collega's Geert Noels en Yanaika Denoyelle. Het boek beschrijft hoe we deze urgente crisis kunnen aanpakken en aanwenden om België welvarender te maken en schetst een realistisch beeld van een mooie toekomst.