Skip to the content

Oekraïnecrisis creëert een bijkomende inflatieboost

De explosieve energieprijsstijgingen zijn olie op het vuur van de inflatiezorgen van 2021.

Dat geopolitieke spanningen de actualiteit opnieuw zouden overnemen, eens de pandemie wat naar de achtergrond verdwenen was, dat hebben we voorspeld. Maar dat de hoofdrolspelers niet China en de Verenigde Staten zouden zijn, maar Rusland en Oekraïne, dat was toch een verrassing. De Russische president Poetin viel Oekraïne binnen op 24 februari, na een prelude van troepenopbouw en ontkenning vanuit het Kremlin, het begin van een humanitaire ramp aan de grens van Europa en het NAVO-grondgebied. Daarnaast voelen ook de kwetsbaarheden van de Europese en wereldwijde economie scherper dan ooit aan. In deze rubriek behandelen we enkele veelgestelde vragen rond inflatie, groei en het rentebeleid van de centrale banken.

 

Zorgt de oorlog voor een blijvend hoge inflatie?

Rusland en Oekraïne zijn als belangrijke leveranciers van industriële en harde (olie, gas, metalen) en zachte (gerst, tarwe, maïs) grondstoffen van groot strategisch belang, zeker voor Europa. De oorlog resulteerde in explosieve prijsstijgingen van allerlei grondstoffen die nodig zijn voor moderne productieprocessen en de globale voedselvoorziening. Dat is olie op het vuur voor de inflatiezorgen die al in 2021 aan de oppervlakte kwamen, als nawee van de coronacrisis.

In Duitsland zagen de producenten in februari 2022 hun factuur al met bijna 26% stijgen ten opzichte van een jaar eerder. Die toename reflecteert dan nog niet eens de prijsstijgingen veroorzaakt door de oorlog in Oekraïne. Zelfs wanneer we de enorme prijsstijging van energie (+68%) van het afgelopen jaar niet meenemen, stegen de Duitse productenprijzen met 12,4% ten opzichte van een jaar eerder.

De financiële markten rekenen er alvast op dat die inflatie niet snel voorbij zal gaan. Ze verwachten dat de Europese inflatie in de komende jaren ruim boven de 2%-doelstelling van de ECB zal blijven. Voor de komende twaalf maanden verwachten ze dat het algemene Europese prijspeil ruim 5% zal stijgen, voor de volgende twee jaar ongeveer 4%, voor de komende vijf jaar nog steeds meer dan 2%. Effecten van de tweede orde, waaronder looninflatie, zorgen ervoor dat de prijs- stijgingen breed worden gedragen in de economie. We vinden deze inschattingen zeker niet overdreven, en ze veranderen fundamenteel het beleggingslandschap.

De sterke stijging van de energiekosten is natuurlijk niet alleen een probleem voor bedrijven. Ook de gezinnen voelen het aan hun portemonnee. Aangezien ze een groter deel van hun beschikbaar inkomen aan energie dienen toe te wijzen, blijft er minder over om andere goederen en diensten te consumeren. Dat knaagt ook aan hun vertrouwen. In maart dook het Europese consumentenvertrouwen fors naar beneden, tot het niveau van de strenge lockdownperiode twee jaar geleden. De onzekerheid over de oorlog en scherpe prijsstijgingen wegen duidelijk zwaar op het sentiment van de Europese consument.

 

Zal het conflict uitdraaien op een recessie?

De onzekere politieke uitkomst van het conflict in Oekraïne, de pessimistische consument en hoge inflatiecijfers drukken op de economische groeiverwachtingen wereldwijd. Daar bovenop komen de forse economische sancties tegen Rusland, die ook het Westen pijn zullen doen. Vooral Europa zal de gevolgen voelen. De stuwende post-covid kracht zal er een pak minder zijn dan oorspronkelijk verwacht. De Verenigde Staten zijn heel wat minder afhankelijk van Russische en Oekraïense energie- en graanproducten. De impact op hun economie zal dus een stuk kleiner zijn.

In de media duikt tegenwoordig het woord ‘stagflatie’ wel eens op. De inflatie is een zekerheid, maar de groei blijft voorlopig toch positief. De werkgelegenheidscijfers zijn uitzonderlijk sterk, en dat zou de vraag moeten ondersteunen. De Europese werkloosheidsgraad staat inmiddels lager dan vóór de pandemie. The war for talent gaat onherroepelijk door. Ondertussen duwt de uitzonderlijke krapte op de arbeidsmarkt wel de lonen van werknemers verder omhoog, aangevuurd door de inflatie. De consument zal die prijsstijgingen goed voelen en zal minder consumeren, terwijl de investeringen van bedrijven en overheden sterk blijven of zelfs opgeschroefd worden. De verwachtingen zijn dat de crisis een vol procentpunt van de groei zal wegnemen, waardoor de economie dit en volgend jaar met zo’n 2% groei zal voortkabbelen.

 

Zullen de centrale banken kordater optreden?

Voor de centraal bankiers zijn de bijzonder krappe arbeidsmarkt en de torenhoge inflatiecijfers een duidelijk signaal dat ze hun monetaire beleid moeten verstrengen.

De Amerikaanse centrale bank (Fed) verhoogde de rente in maart met 0,25%, voor het eerst sinds 2018, en opent de deur naar nog eens zes renteverhogingen in 2022. De Fed waarschuwde zelfs dat er wel eens een sprong van 0,50% kon inzitten, moest de inflatie zo hoog blijven.

De Europese Centrale Bank kiest de weg naar normalisering van het monetaire beleid in de komende maanden, maar de economische onzekerheid als gevolg van de oorlog steekt stokken in haar wielen. Renteverhogingen kunnen immers enerzijds de vraag in de economie afremmen, maar bieden anderzijds geen oplossing voor de logistieke problemen die voortvloeien uit de geopolitieke spanningen. Ongeacht de rente, zal het conflict onder andere de energieprijzen de hoogte verder injagen. Het Europese economische draagvlak voor een bijsturing van het monetaire beleid lijkt daarom bijzonder fragiel.

Jeroen Kerstens

Jeroen Kerstens

Jeroen Kerstens behaalde de Master Toegepaste Economische Wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen in juni 2015 waarna hij zich verder specialiseerde met een bijkomende Master of Finance aan de Antwerp Management School. Na een stage bij een Europese asset manager vervoegde Jeroen Econopolis in juli 2016. Hij beheert portefeuilles voor zowel private als institutionele klanten. Tevens is Jeroen lid van het Asset Allocatie Committee en het Investment Committee door als macro-econoom beide comités van een economische outlook te voorzien.