Skip to the content

Meer plastic dan vis in oceanen tegen 2050

Plastic is één van de meest bruikbare en belangrijkste materialen in de moderne samenleving. Het leven is bijna onmogelijk zonder de enorme hoeveelheid goederen en toepassingen die plastic mogelijk maken. Plastics worden gebruikt om elektronische apparaten te maken, zoals mobiele telefoons, computers en televisies. Plastic helpt voedsel veilig en vers te houden. Bovendien heeft het veel toepassingen op medisch gebied en helpt het om het transport brandstofefficiënter te maken. Een groot voordeel van plastic is dat het lang goed blijft, maar dit aspect vormt ook een grote bedreiging voor het milieu. De schadelijke milieueffecten van plastic kunnen dan ook niet worden genegeerd. De meeste plastics zijn niet biologisch afbreekbaar en blijven honderden jaren in ons ecosysteem. Dat geeft aanleiding tot de vorming van plasticsoepen: grote drijvende vuilnisbelten in onze zeeën en oceanen.

Wat is de ‘plasticsoep’?

We produceren jaarlijks ongeveer 320 miljoen ton plastic, waarvan een gedeelte uiteindelijk in de zeeën en oceanen terechtkomt. Dit plastic kan hier op verschillende manieren belanden. Het plastic kan rechtstreeks in de oceaan worden achtergelaten. Hierin spelen vooral scheepvaart, recreatie op zee, visserij en aquacultuur een rol. Het meeste plastic in de oceanen is echter afkomstig van het land. Dit kan naar de oceaan getransporteerd worden door wind, riolen en rivieren. Die laatste factor speelt een belangrijke rol. Afval op straat of op vuilnisbelten kan door wind en regen in rivieren terechtkomen, die het plastic afvoeren naar het laagste punt: de zee. Drijvend afval in de oceaan wordt door stromingen meegevoerd en blijft achter op een plek waar deze deeltjes bij elkaar komen. Hierdoor ontstaan grote drijvende vuilnisbelten met zeer hoge concentraties aan plastic. Het plastic afval breekt af in kleinere stukjes, genaamd microplastics, en verdwijnt dus niet helemaal.

Vandaag zijn er vijf zones met een hoge concentratie aan plastic in onze oceanen, gevormd door ringvormige zeestromen van de oceaan (gyren): twee in de Atlantische Oceaan, twee in de Grote Oceaan en één in de Indische Oceaan. Naast deze gyren zijn er heel wat hotspots in de wereld waar de plastic concentraties ook zeer hoog zijn, vaak zelfs hoger dan in de gyren. In Europa is de Middellandse Zee een hotspot en het wordt aanzien als de zesde grote ‘plasticsoep’ zone ter wereld. De concentratie van microplastics ligt bijna vier keer hoger dan in het plastic eiland gevonden in de noordelijke Grote Oceaan. De Middellandse Zee bevat slechts één procent van het totale zee- en oceaanwater, maar concentreert 7 procent van de globale microplastics. Dit probleem wordt onder andere veroorzaakt door het feit dat deze regio heel wat dichtbevolkte kustgebieden heeft, een groot aantal toeristen herbergt tijdens de zomermaanden, er heel wat maritiem verkeer aanwezig is en het feit dat het een relatief kleine, ingesloten zee is met een beperkte uitwisseling met de oceanen.

Tot op heden zijn er nog geen exacte gegevens beschikbaar over de hoeveelheid plastic afval dat in onze zeeën en oceanen drijft, maar schattingen geven aan dat het gaat om minstens 100 tot 150 miljoen ton. Als we verder doen zoals we nu bezig zijn, zal de oceaan tegen 2050 meer plastic bevatten dan vis (in gewicht). Dat is de conclusie die de Ellen MacArthur Foundation trekt.  In een gebied van minimaal 700.000 km2, maar waarschijnlijk zelfs groter dan 15.000.000 km2 is de totale waterkolom vervuild, van de bodem tot aan de oppervlakte. 15.000.000 km2 komt overeen met 1,5 keer de oppervlakte van Europa.


*Vijf oceanische gyren 

Wat zijn de schadelijke gevolgen?

Marien plastic afval schaadt de levensomgeving van zeedieren, doordat ze verstrikt geraken in grotere plastic deeltjes en ze kleinere deeltjes verwarren voor voedsel. Het inslikken van deze deeltjes kan de vertering verhinderen en kan de dood tot gevolg hebben.

Ook zijn er enorme gezondheidsrisico’s voor de mens, doordat deze microplastics in de voedselketen terechtkomen. De concrete gevolgen voor de menselijke gezondheid zijn echter nog onbekend vandaag.

Tot slot leidt marien afval tot heel wat economische verliezen voor sectoren die afhangen van de zee, zoals toerisme, visserij en aquacultuur.

Het Milieuprogramma van de Verenigde Naties heeft berekend dat het probleem van de plasticsoep wereldwijd minstens 13 miljard dollar per jaar kost. Dit omvat de milieuschade aan de mariene ecosystemen, evenals de financiële verliezen die worden geleden door de visserij, het toerisme en de kosten van het reinigen van zwerfvuil op zee.

Hoe kunnen we dit probleem oplossen?

Het is mogelijk om het mariene milieu op te ruimen en te beschermen tegen plastic. Het kan dus, maar het vereist wel investeringen en innovatie. Om het plasticprobleem op te lossen, zijn inderdaad innovatieve oplossingen nodig op allerlei terreinen.

Enerzijds zijn er oplossingen nodig om de toename van plastic deeltjes in het mariene milieu te voorkomen en daarmee de bron van nieuw plastic in de oceaan te sluiten. Zo moet de consumptie van plastic fors verminderd worden in de toekomst door plastic meer te hergebruiken (bv. plastic zakken in de supermarkt), het gebruik van alternatieve materialen (bv. hout, karton, papier) en het gebruik van bioplastics en biodegradeerbare plastics. Ook zal recyclage een belangrijke rol spelen, zodat het plastic op die manier een nieuw leven kan krijgen. Voorbeelden van oplossingen in dit domein zijn de ontwikkeling van nieuwe recyclagemethoden en het maken van meer recycleerbare plastics.

Anderzijds is er ook meer aandacht nodig voor opruimmaatregelen, zodat de immense hoeveelheid afval die zich al in de oceaan heeft opgehoopt kan verminderd worden. The Ocean Cleanup van Boyan Slat is wellicht het meest bekende schoonmaakconcept ter wereld. De opruimtechniek houdt in dat oppervlaktestromingen worden gebruikt om plastic via drijvende armen naar verzamelplatformen af te voeren. Op die manier kan op grote schaal en automatische manier plastic uit de oceanen verwijderd worden. Het doel is om de grote ‘plastic soepen’ of oceanische gyren op te kuisen.

Wat zijn de hinderblokken vandaag?

De komende jaren zullen bestaande technologieën moeten verbeterd worden en nieuwe technologieën ontwikkeld worden om de aanvoer van de plasticsoep te verminderen én de plasticsoep zelf op te ruimen. Het traject van The Ocean Cleanup heeft bijvoorbeeld aangetoond dat het niet evident is om systemen op een autonome manier te laten opereren in de oceaan.

Verder is de economische haalbaarheid van propere alternatieven ook een groot hinderblok vandaag. Alternatieven voor plastics zijn vaak heel wat duurder dan de conventionele plastics en opruimmaatregelen zijn financieel onhaalbaar. Extra beleidsmaatregelen moeten genomen worden in de toekomst, opdat de negatieve externaliteiten geassocieerd met plasticverbruik gemitigeerd kunnen worden, met als fundament het “vervuiler betaalt”-principe. Ook zouden er op lokaal, Europees en mondiaal niveau fondsen moeten vrijgemaakt worden om de rivieren, zeeën en oceanen structureel op te kuisen. Men zou bijvoorbeeld concessies kunnen geven aan bedrijven om bepaalde delen van de zee of de oceaan op te ruimen.

Om het hoofd te bieden aan deze mondiale uitdaging, zal het in de komende jaren van essentieel belang zijn dat overheden, bedrijven, kennisinstellingen en burgers gaan samenwerken rond het probleem van plasticsoep. Een ondersteunend kader dat leidt tot de juiste drijfveren, een verscheidenheid aan creatieve oplossingen en de beschikbaarheid van voldoende middelen kunnen dit probleem inperken en op termijn zelfs omkeren. De problematiek rond plasticsoep is één van de meest urgente milieukwesties. Niets doen is géén optie.

Econopolis in strijd tegen plasticsoep
Econopolis draagt een belangrijke maatschappelijke verantwoordelijkheid. In één van de vele duurzaamheidsstudies deden we onderzoek naar de financieel-economische haalbaarheid van een grootschalige, mariene plasticopvanginstallatie. Deze installatie kan op een volledig autonome wijze het probleem rond de plasticsoep aanpakken in de Middellandse Zee. In de studie werd geanalyseerd welke inkomstenbronnen en financieringskanalen vandaag aanwezig zijn, opdat zulke grootschalige projecten kunnen gerealiseerd worden. Zo dragen ook wij ons steentje bij aan een groenere, duurzamere en betere wereld.

Kristof Eggermont

Kristof Eggermont

Kristof Eggermont studeerde in juni 2018 af aan de Universiteit Antwerpen als Master in Handelsingenieur. Vervolgens vervoegde hij in september 2018 het consultancy-team bij Econopolis, waar hij zich toelegt op projecten met een focus op klimaat en energie. In de afgelopen jaren bestudeerde Kristof o.a. de haalbaarheid van energie-eilanden voor de Belgische kust en was hij betrokken bij de opmaak van het klimaatplan van Gent. In december 2022 verscheen zijn boek “De Klimaatschok - 20 oplossingen voor burgers, bedrijven en overheid “, geschreven met collega's Geert Noels en Yanaika Denoyelle. Het boek beschrijft hoe we deze urgente crisis kunnen aanpakken en aanwenden om België welvarender te maken en schetst een realistisch beeld van een mooie toekomst.